Morele dilemma's

Inleiding

Ouderenmishandeling heeft veel gemeen met andere vormen van huiselijk geweld, , maar onderscheidt zich ook. Dat heeft natuurlijk met de leeftijd van het slachtoffer te maken, de positie in het gezin en leeftijdgebonden kwetsbaarheden. De risicofactoren zijn anders en brengen ook andere vormen van huiselijk geweld met zich mee, zoals ontspoorde zorg en financieel misbruik.

Beschermingsmaatregelen voor meerderjarigen zijn anders dan voor jeugdigen. Ze hebben andere criteria en zijn vooral van toepassing als iemand niet in staat wordt geacht voor zichzelf te kunnen zorgen. Hoewel de rechten van mishandelde ouderen continu geschonden worden, staan hulpverleners vaak met de rug tegen te muur door (mensen) rechten die de oudere beschermen tegen ingrijpen zolang ze wilsbekwaam zijn: “Hun handen jeuken om in te grijpen, maar ze kunnen niks, omdat de oudere niet wil”.

Morele dilemma’s
Bij de hulpverleners en omstanders van de ouderen spelen normen, waarden en hieraan gekoppelde dilemma’s een grote rol in zorgelijke situaties. Deze situaties brengen hun nogal eens tot handelingsverlegenheid, waarbij het signalerings- en handelingsproces stagneert.   Er zijn persoonlijke, organisatorische en culturele dilemma’s. Maar ook morele dilemma’s.

Een moreel dilemma ontstaat als er een botsing is tussen verschillende morele waarden bij de hulpverlener. En dit kan natuurlijk  ook bij omstanders gebeuren. Het kiezen voor de ene waarde gaat dan ten koste van de andere waarde. Als je bijvoorbeeld weet dat de oudere financieel misbruikt wordt, kan dat een moreel dilemma opleveren, zeker als de oudere geen hulp wil. Enerzijds moet je respect hebben voor de autonomie van de oudere, en anderzijds wil je opkomen voor de rechten van de oudere en deze de oudere beschermen tegen dit misbruik.  Bij een moreel dilemma moet je dus altijd een keuze maken tussen verschillende morele waarden.

Op het spoor gebracht door een brochure van Movisie (Draai het eens om) maakte ik kennis met een aantal morele dilemma’s, die hulpverleners vaak tegen komen, maar waar ze dan toch niet zo goed uitkomen. De brochure is weliswaar geschreven voor de mantelzorg, en geeft vanuit dat perspectief ideeën om op deze dilemma’s te reflecteren. Het inspireerde me enorm, maar vormde daar mijn eigen gedachten over. In de brochure gaat het om de morele dilemma’s: Autonomie (antwoord op de vraag: wie beslist en wanneer), de invulling als “wat is goede zorg” en wat is rechtvaardig?

Autonomie

Met autonomie wordt bedoeld dat je je leven leeft op een manier die je zelf goed vindt. Iedereen, ook ouderen, maakt keuzes die passen bij zijn of haar eigen waarden en normen. Mensen moeten zonder dwang van anderen beslissingen kunnen nemen over welke hulp of zorg zij wel en niet willen. Het principe van respect voor autonomie betekent dat je, als hulpverlener, respect hebt voor iemands opvattingen, keuzes en leefwijze.  Daarbij is het belangrijk dat de oudere goed geïnformeerd is over zijn situatie, over de gevolgen en de voor- en nadelen van de verschillende mogelijkheden.  Respect voor autonomie betekent ook dat wilsbekwame cliënten hulpverlening altijd mogen weigeren.

Goede zorg

Wie bepaalt wat goede zorg is? De wilsbekwame oudere, de (mantel)zorger, de hulpverlener? Ze kunnen alle drie een verschillende kijk op de situatie hebben. Vanuit de autonomie van de oudere, bepaalt in de oudere in de eerste plaats wat goede zorg is.

Rechtvaardigheid

Rechtvaardigheid gaat over het eerlijk verdelen van goederen en geld. Wie bepaalt wat eerlijk verdelen is? De wilsbekwame oudere, de (mantel)zorger, de hulpverlener. Ze kunnen alle drie een verschillende kijk op de situatie hebben. Vanuit de autonomie van de oudere, bepaalt in de oudere in de eerste plaats wat rechtvaardig is.

Een privé situatie

Deze begrippen als moreel dilemma: het was voor mijn een eye opener, want het gaf me achteraf inzicht in privé situatie die bij eigen opa had gespeeld, en die best heftig uitpakte (nb er was geen hulpverlener bij, het was een situatie in de familiesfeer).

Mijn opa, die alleen woonde en feitelijk best veel alleen was, had een huishoudelijke hulp, die elke woensdag kwam. Ze maakte schoon, hadden het gezellig en dronken na afloop een borreltje. Ze breide een trui voor mijn opa. Hij was erg op haar gesteld. Stopte haar relatief veel toe (disproportioneel t.o.v. familieleden). Mijn tante vond dat deze vrouw misbruik maakte van mijn opa. Ze heeft de vrouw aangesproken en gezegd dat ze alleen maar uit was op het geld van mijn opa. De vrouw kwam niet meer. Het is niet meer goed gekomen tussen mijn opa en mijn tante. Hij was de grote verliezer.

Mijn tante had geen reserves om in te grijpen. Met haar standpunt, bracht ze alle betrokken in problemen in deze situatie, inclusief zichzelf. Hadden hier maar wat meer dilemma’s bij mijn tante gespeeld, en was er maar eerst een gesprek geweest. Dan was deze situatie anders geëindigd.

 Op basis van de brochure van Movisie kwam ik tot het inzicht: ouderen, zoals mijn opa, die autonoom zijn, hebben het recht eigen keuzes te maken zolang ze overzien welke consequenties hun keuzes hebben. Mijn opa was vermogend genoeg en zou niet financieel in de problemen komen. Op basis van zijn kwetsbaarheid – behoefte aan gezelschap – mocht hij vanuit zijn perspectief zijn eigen invulling geven aan begrippen als goede zorg en rechtvaardigheid. De invulling van deze begrippen was anders dan die van mijn tante, en wellicht waren ze bij mijn opa anders dan toen mijn oma nog leefde en hij minder alleen en hulpbehoevend was. Hij had recht op zijn eigen idee over de waardering voor deze huishoudelijke hulp, omdat ze hem iets gaf wat anderen hem niet gaven.

Verbinding

Zorg verlenen en zorg ontvangen gepaard gaat met verbondenheid. Aandacht voor de visie, de gevoelens en ervaringen van alle betrokkenen leidt tot betere zorg en een hoger welbevinden van zorgontvangers, mantelzorgers en beroepskrachten. Doel is dat de verbinding in deze relatie tussen alle partijen in stand blijft. Reflectie op de dilemma’s geeft inzicht op wat er bij eenieder speelt. En daarna zijn er handvatten om in gesprek te gaan met de betrokken ouderen en betrokkenen.

Gezien de vermoedens en zorgen die er zijn, kies je – na de gesprekken - bij ieder moreel dilemma uiteindelijk een kant, na afwegingen van alle argumenten voor alle betrokkenen en door aan die argumenten gewicht aan toe te kennen.  Je kiest vóór de ene optie of vóór de andere optie kiezen. In dit geval: kiezen voor de autonomie van de oudere of beschermen en stoppen van misbruik. Ook als je het niet met elkaar eens bent, kan het leren begrijpen van elkaars opvattingen helpen om in verbinding te blijven en samen verder te kunnen.

Aandacht voor de niet-gekozen kant

Er is vaak geen beste oplossing maar je kiest uiteindelijk wel voor een kant. Niet kiezen is geen optie, zeker niet als er vermoedens zijn van ouderenmishandeling. Als je niet kiest, gebeurt er ook niks. En welke kant je ook kiest, je moet vervolgens de andere kant zoveel mogelijk ‘repareren’; de ‘schade’ van de keuze zoveel mogelijk beperken. Als je er als er voor kiest, zoals mijn tante, om de huishoudelijke hulp aan te spreken, dan schaad je de autonomie van de oudere. Hoe ga je daarmee om? Andersom geldt dat natuurlijk ook: wat doe je in de situatie dat ze had besloten haar oordeel voor zicht te houden?


Het zou goed geweest zijn als mijn tante na haar weging om deze situatie zo aan te pakken, aandacht had gehad voor mijn opa en de huishoudelijke hulp. Om aandacht te hebben voor hun plaats in dit verhaal. Om de schade te voorkomen of later te repareren. Zo zou het goed zijn geweest om haar overwegingen voor te leggen aan mijn opa en huishoudelijke hulp en daarbij draagvlak te zoeken voor de continuering van de zorg. Dan had wellicht een ieder zich hier beter bij gevoeld.


 Bij vermoedens van ouderenmishandeling 

Bij vermoedens van ouderenmishandeling is het wettelijk verplicht de stappen van de meldcode te doorlopen. De stappen, en het afwegingskader zijn leidend voor handelen. Dat betekent in dit geval dat er vaak pas ingegrepen gaat worden als de situatie acuut of structureel onveilig is. Dan speelt er ook weer een andere waarde, we kunnen en mogen een oudere niet in een hulpbehoevende situatie achterlaten.

Een mooi kader, de diverse opties

1) Er zijn signalen en vermoedens van ouderenmishandeling, de oudere is wilsbekwaam en de oudere wil geen hulp:

  • Maak de signalen bespreekbaar, werk aan een vertrouwensrelatie, houd contact, en hou de situatie in de gaten of er veranderingen optreden. Of de situatie stabiel is of onveiliger wordt.
  • Stimuleer de oudere jou of iemand anders in vertrouwen te nemen.

2) Er zijn signalen en vermoedens van ouderenmishandeling  (de oudere is wils(on)bekwaam) en de situatie is acuut of structureel onveilig.

  • Doe een melding bij Veilig Thuis
  • Respecteer de autonomie van de oudere, vraag advies bij Veilig Thuis.
  • Als de situatie van de onthulling duidt op acuut en structureel onveilig, doe een melding.

3) Er zijn signalen en vermoedens van ouderenmishandeling, de oudere is wilsonbekwaam (overziet de ter zake doende situatie niet bijv. de financiën):

  • Doe een melding bij het wijkteam
Over de schrijver
Reactie plaatsen